Noordkaap Bestemmingen

    1. De Samen of Sami (Noord-Samisch: Sápmelaččat) zijn een van oorsprong nomadisch volk dat het Noord-Europese Lapland bewoont. Ze zijn ook bekend onder de naam Lappen, wat ze zelf als een belediging beschouwen.Ze bezitten tegenwoordig in zowel Noorwegen, Zweden als Finland een eigen parlement, het Sameting, dat bij de nationale overheden van de staten waaronder Lapland ressorteert, inspraak heeft in zaken die de Samen en hun woongebied betreffen. De meeste Samen wonen in Noorwegen, zo’n 50.000. In Zweden zijn dat er ongeveer 20.000, in Finland 6.000 en in Rusland 2.000.Volgens het Europees Bureau voor Minderheidstalen zijn er 70.000 tot 100.000 Samen, van wie minder dan 20.000 Samisch spreken. Er bestaat geen Samische standaardtaal. Het gesproken Samisch kent vele, sterk verschillende, varianten verdeeld over een aantal aparte talen. Het Samisch is verwant aan het Fins en Estisch en behoort tot de Finoegrische taalfamilie.Een deel van de Samen leefde traditioneel als nomaden die rendierkudden volgden in hun jaarlijkse voedseltrek. De rendieren leverden de Samen melk, vlees en huiden. Bovendien deden ze dienst als trekdier voor de slede, het vervoermiddel bij uitstek in dit gebied. Andere Samen leefden traditioneel van de visserij, met name aan de Noorse kust. Ook de jacht was een belangrijke bezigheid.De nomadische Samen woonden in tenten (lavvu) die gemakkelijk af te breken en te vervoeren waren. Alleen in de winter bleven de Samen en rendieren op één plaats. In plaats van in tenten leefden ze dan in lage koepelvormige hutten, die met aarde bedekt werden om ze tegen de strenge vrieskou te beschermen. Verder naar het zuiden bestond de traditionele behuizing uit vierkante houten hutten.Vanaf de 17e eeuw is de levenswijze van de Samen sterk veranderd. Slechts een klein percentage voert nog een nomadisch bestaan, en dan doorgaans nog slechts een deel van het jaar. De meeste Samen hebben zich als visser, landbouwer of zelfstandige ondernemer gevestigd. Hun leven verschilt tegenwoordig in weinig opzichten van dat van andere Scandinaviërs. De traditionele kleurige kleding van de Samen wordt meer en meer tot de folklore gerekend, evenals de traditionele muziek van de Samen, de zogenaamde joik.
    2. Kiruna De stad Kiruna is opgericht in 1900, in een gebied waar al eeuwenlang Samen woonden. Nadat er ijzererts gevonden was en de technologie zich zodanig ontwikkelde dat deze ontgonnen kon worden, werd besloten de Ertsspoorlijn naar Narvik aan te leggen, van Luleå langs de mijnen van Gällivare en Kiruna. De spoorlijn was in 1899 af tot Kiruna en in 1903 af tot Narvik. Al na een paar jaar was Kiruna een geplande stad, onder leiding van de eerste lokale chef van de mijn, Hjalmar Lundbohm. De hoofdmijn, Kiirunavaara, is geopend in 1901 en is nog steeds in gebruik. Twee andere mijnen, Luossavaara en Tuolluvaara, zijn in de jaren ’20 geopend en in de jaren zeventig gesloten. Rond die tijd is de mijnbouw overgegaan van dagbouw naar schachtbouw De haven in Luleå bevriest, dus de meeste erts wordt via Narvik geëxporteerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Zweden officieel neutraal, maar leverde wel de grondstof voor de meeste tanks van nazi-Duitsland. Het Duitse leger voerde ook militair materiaal door.Het beginnen van een nieuw, dieper niveau in de mijn betekent een groot risico voor een zekere instabiliteit van de ondergrond onder een gedeelte van de stad. Daarom wordt een successieve verplaatsing van een deel van de stad, met name het centrum, voorbereid. De eerste gebouwen zullen vermoedelijk kort na 2010 verplaatst gaan worden. Ook een nieuwe strekking van de spoorlijn is in aanbouw.Kiruna is het centrum van de gemeente en bevat voorzieningen op sociaal en cultureel gebied. Toeristen bezoeken de mijn, het stadhuis, de kerk, en ’s winters het nabijgelegen IJshotel in Jukkasjärvi.
    3. De rotskunst van Alta (eigenlijk van Jiepmaluokta) behoort tot het Werelderfgoed. Het betreft een groot aantal rotstekeningen (petrogliefen) die zich bevinden even ten zuiden van de stad Alta in het noorden van Noorwegen.De rotstekeningen, men vermoedt dat het er zo’n 5000 stuks zijn, zijn in 1972 ontdekt. De rotstekeningen zijn verspreid over 60 groepen.Opvallend zijn de voorstellingen van de hekken die werden gebruikt (en nog worden gebruikt) om rendieren te drijven en te vangen. Dit is een bewijs dat deze techniek ten minste 5300 tot 6000 jaar geleden werd gebruikt.De oudste afbeeldingen zijn 6300 jaar oud, de jongste zijn van het begin van onze jaartelling.De afbeeldingen zijn eenvoudige figuren van elanden, rendieren, ganzen, vissen (onder andere een tarbot), boten (soms met vissers, te herkennen aan het net) en mensfiguren. Ondanks de eenvoud zijn de dieren duidelijk als zodanig te herkennen. Mooi is bijvoorbeeld de eland met daarin een kleiner dier afgebeeld, het nog ongeboren jong. De afbeeldingen zijn op bepaalde plaatsen met twee stenen of een steen met geweideel in de harde rots geslagen en vormen een aaneengeschakelde rij putjes van slechts enkele millimeters diep. Om ze goed zichtbaar te maken zijn ze door de onderzoekers rood geverfd.
    4. De Noordkaap (Noors: Nordkapp) aan de Barentszzee wordt traditioneel beschouwd als het noordelijkste puntje van het Europese continent. De Noordkaap ligt op het eiland Magerøya, dat met een tunnel vanaf het vasteland te bereiken is. Het is gelegen op 71° 10′ 21″ NB, in de gemeente Nordkapp nabij Hammerfest, in de provincie Finnmark in Noorwegen. De kaap ligt op 2080 km van de Noordpool.[bewerken]Het noordelijkste punt van Europa?De Noordkaap is niet het noordelijkste punt van heel Europa, dat is Kaap Fligely op de eilandengroep Frans Jozefland die ook nog tot Europa behoort en ca. 600 km ten noorden van de Noordkaap ligt. De Noordkaap is evenmin het noordelijkste punt van het Europese vasteland in ruime zin (inclusief de kusteilanden), dat is Knivskjelodden dat zo’n anderhalve kilometer noordelijker is gelegen. Het noordelijkste punt van het vasteland van Europa in enge zin (zonder eilanden) is het iets oostelijker gelegen Kinnarodden.[bewerken]GeschiedenisHet was de Engelse zeevaarder Richard Chancellor die de kaap haar naam gaf. Hij was in 1553 op zoek naar de Noordoostelijke Doorvaart naar Indië. Een drukke handel tussen Engeland en Moermansk was hiervan het resultaat.Op 25 december 1943 vond er in de nabijheid van de Noordkaap een zeeslag plaats waarbij het slagschip de Scharnhorst tot zinken werd gebracht. Van de 1934 opvarenden overleefden slechts 36 man de catastrofe.[bewerken]BezoekOmdat de Noordkaaphal zich in een landschappelijk beschermd gebied bevindt werd het drie verdiepingen tellend gebouw in de rots uitgehouwen. In het erg toeristisch geheel bevinden zich een winkel, enkele restaurants en een bioscoop.Tijdens de winterperiode mogen plaatselijke toeristenbussen onder begeleiding van sneeuwruimers het laatste gedeelte van de weg van Honningsvåg naar de Noordkaap afleggen. Het is ook mogelijk om er met eigen vervoer te komen, alleen moet hier een vergunning voor worden aangevraagd. Ook dan kan men hier alleen komen onder begeleiding.
    5. LofotenVisserij
      Deze eilandengroep is vooral bekend vanwege zijn rijke visserijtraditie. Lofoten maakt ondanks zijn geïsoleerde ligging toch een welvarende indruk. De hele economie draait bovenal om de visserij. Het beeld van Lofoten wordt vooral gedomineerd door houten rekken met kabeljauw die hangt te drogen. Al eeuwenlang is de Lofotenvisserij een begrip. Hartje winter varen de schepen uit om in een bestek van een paar maanden hun slag te slaan. De rijke visgronden zijn te danken aan de Noord-Atlantische koude oceaanstromen rond de eilanden waarin de vissen hun paaigronden hebben.
      Toerisme
      Een groeiende economische pijler vormt het toerisme in de zomerperiode. Mede daardoor ziet men tegenwoordig ook hier en daar zomerhuisjes opduiken. Oude vissershutten, de zogenaamde rorbuer met hun karakteristieke rode kleur, worden nu ook veel als toeristenaccomodatie aangeboden. De belangrijkste toeristische troef van Lofoten is de prachtige natuur. In Borg bevindt zich het Vikingmuseum. Vanuit enkele plaatsen worden boottochten op zee georganiseerd om zeevogels te gaan spotten.

      Verkeer en vervoer
      Vanaf het vasteland zijn er twee veerdiensten die de eilanden aandoen: vanuit Bodø naar Røst, Værøy en Moskenesøy; en vanuit Skutvik naar Svolvær op Austvågøy. De verbinding vanuit Narvik naar Svolvær door Lødingen Skyssbåtservice AS werd op 30 november 2007 beëindigd. Dagelijks doen de postboten van Hurtigruten Stamsund en Svolvær aan op hun reis van Bergen naar Kirkenes. Komende vanuit het zuiden kan vanop het vasteland Lofoten met de wagen ook bereikt worden door middel van de ferry van Bognes (gelegen aan de E6) naar Lødingen in Vesterålen. Dit als alternatief voor het traject over Narvik, dat door deze ferry met 150km wordt ingekort.Verder is er de in 1992 geopende (E10) over Sørvågen, die ook De weg van Koning Olaf wordt genoemd. De weg begint te Å op Moskenesøya en eindigt te Luleå in het landschap Norrbotten. Hierdoor kan Lofoten nu volledig bereikt worden zonder gebruik te maken van overzetboten. Ook is er de nationale toeristenweg van Å naar Melbu in Vesterålen.’ Ook is er de Riksvei 17 de nationale toeristenweg Kystsriksveien van Steinkjer naar Bodø. In de praktijk moet op Lofoten gerekend worden op een gemiddelde snelheid van ten hoogste 60k/h., dit ten gevolge van de vele snelheidsbeperkingen en de smalle en bochtige wegen.

      Saltstraumen (“De Zoutstroom”) is een sterke getijstroom en maalstroom in de provincie Nordland in het noorden van Noorwegen.Hij ligt circa 30 km ten oosten van de stad Bodø. Het smalle kanaal verbindt de Saltfjord met de Skjerstadfjord. Het is de sterkste getijstroom in de wereld. Tot 400 miljoen m³ (ton) zeewater passeert elke zes uur door een 3 km lange en 150 m brede zeestraat, met snelheden van 20 knopen (ongeveer 37 km/u). Waar de stroming op zijn sterkst is, kunnen draaikolken van 10 m in diameter en 5 m diep ontstaan.
      Camping Salstraumen